Deelvraag 1:
Wat
zijn de werkomstandigheden van de kinderen die kinderarbeid verrichten?
De werkomstandigheden
van de kinderen in India zijn erg slecht. Werkdagen van 12 uur voor kinderen vanaf 6 jaar zijn heel gewoon. Maar langere werkdagen
van bijvoorbeeld 16 of zelfs meer uren per dag komen ook regelmatig voor. Er wordt niet goed op de werkomstandigheden
gelet. Ze werken in slecht geventileerde en schaars verlichte kleine werkplaatsen. Veel kinderen worden ziek, omdat
ze met gevaarlijke stoffen werken, zoals verf, vuurwerk en chemische stoffen. Ziektes zoals tuberculose, nachtblindheid,
huidziekten en misvormingen van benen en rug komen veel voor. De kinderen hebben geen tijd en geld om onderwijs
te volgen en hebben weinig tot geen toekomstperspectieven. Ook worden de kinderen ernstig mishandeld als ze fouten maken of
niet snel genoeg werken. Het loon van de kinderen is meestal niet meer dan enkele ruppees per dag (1 ruppee = 0.016).
Deelvraag 2:
Is kinderarbeid goed of slecht.
Verslag
interview met Unicef:
Op donderdag 6
november 2004 ben ik naar Den Haag gegaan waar ik om 10.00 uur een afspraak had met Mieke Palvast van Unicef.
In Den Haag aangekomen wist ik niet precies waar het was. Na veel vragen,
heb ik het uiteindelijk gevonden. Na een tijdje wachten, kwam ze en toen deed ik het interview met haar. Zij
vertelde mij heel veel over kinderarbeid en wat Unicef er tegen doet. Het interview was snel voorbij. Daarna ben ik op
straat aan wat mensen gaan vragen wat ze van kinderarbeid vonden. De meningen hierover zijn nogal verdeeld. Maar de meeste
mensen vinden dat kinderarbeid slecht is, hoewel ze begrijpen, dat de kinderen in de arme landen wel moeten werken om te overleven.
Hieronder
volgt mijn mening over kinderarbeid
Ik vind dat kinderarbeid
niet goed is. De kinderen werken vaak onder slechte omstandigheden. Zij zouden
naar school moeten gaan om te leren en ik vind niet dat een kind van zes al moet werken. Kinderen die op zo een jonge
leeftijd al werken en geen onderwijs volgen hebben geen toekomst. Toch is het niet te vermijden
omdat deze kinderen anders geen geld hebben om te overleven en ze zouden sterfen.
Deelvraag 3:
Wat
voor soort werk doen de kinderen over het algemeen?
De
meeste kinderen - ruim 80% - werken in de landbouw en het huishouden. In de landbouw werken vooral jongens als landarbeider
of als dagloner. Zij worden ingehuurd voor allerlei klussen. Meisjes werken niet alleen thuis in het huishou-den, maar ook
vaak als dienstmeid bij rijke gezinnen. Volgens een onderzoek werken alleen al in New Delhi 20.000 meisjes onder de veertien
jaar hele dagen bij rijke gezinnen.
In India werken ook veel kinderen in de tapijtindustrie. Dat betekent, dat ze
met de hand of met de machine tapijten moeten knopen. Doordat de ruimte waar ze werken vaak erg donker is, lopen veel kinderen
beschadigingen aan hun ogen op.
Naast het werk
in de tapijtindustrie zijn er nog andere vormen van kinderarbeid, zoals het maken van voetballen voor onder andere voetbalclubs
in Nederland. Het maken van voetballen is ook geen pretje. Er worden stoffen bij gebruikt, die slecht voor je zijn, en het
loon is heel laag.
Meisjes hebben het extra zwaar in India.Veel
meisjes moeten werken in de seksindustrie. Ze moeten dan op één dag met wel vijf verschillende mannen naar bed. Vaak gebruiken
de mannen geen condoom, waardoor de meisjes extra veel kans lopen besmet te worden met Aids of andere seksueel overdraagbare
ziektes ( SOA 's ).
Deelvraag 4:
Wat zijn de rechten van een kind?
1.
Recht op eten
Een kind heeft recht op eten, maar in India kunnen ze
dat niet voldoende krijgen, omdat ze het geld er niet voor hebben.
2.
Recht op onderwijs
Een kind heeft recht op onderwijs, maar in India hebben ze de kans niet om onderwijs te volgen,
omdat ze moeten werken.
3.
Recht op gezondheid
Een kind heeft recht op een goede gezondheid,
maar in India moeten ze vaak werken onder slechte werkomstandigheden, zodat ze veel risico lopen om ziek te worden.
4.
Recht op spelen
Een kind heeft recht om te spelen, maar
in India kan dat niet, omdat ze moeten
werken om
te kunnen overleven
5.
Recht op bescherming tegen kinderarbeid
Een kind hoort niet
te werken, maar in India moeten ze werken om te overleven.
6.
Recht op bescherming tegen seksueel misbruik
Een kind is nog te jong voor seks, maar
in India worden ze vaak gedwongen om te werken in de seksindustrie.
|